Hier is het gedichtje over de kleine pasgeboren ‘Bambi’. Dit is ook precies de tijd waarin het reekalfje geboren werd. Destijds trof ik haar rond half juni aan in de Schapenweide op de heide, naast de wildakker van de jagers, waarin ik tussen de middag de kudde schapen altijd een uurtje liet grazen en rusten, en thuis met Cos met broodje ging eten en een kopje koffie ging drinken. Het was een gelukstreffer…! (Gedichtje onder de foto.)

Bambi
Onzichtbaar haast, in ’t groene gras,
je leven dat net begonnen was
daar neergelegd door moeder hinde,
wie zou jou hier nu kunnen vinden
alleen gelaten, goed verborgen
maakt mama hinde zich geen zorgen,
ze gaat wat grazen in het bos,
laat ongezien haar jong niet los
er naderen voeten in het gras,
de bambi dacht dat het moeder was,
ze spitst haar oortjes en richt haar kopje op
maar drukt ’t snel weer neer, omdat het schrok
daar ligt ze dan, zo hulpeloos klein
zo net geboren, bang te zijn
met grote ogen als van fluweel
kijkt ze me aan, en ik verbeel’ me
dat ik nu droom en ben beschroomd,
ik houd me stil en word beloond;
het bambi-hertje blijft stil liggen
vertederend rugje vol witte stippen
zo klein, zo teer, zo eindeloos mooi
zo kwetsbaar ook, zo snel ten prooi
slaap jij maar verder, wees gerust
ik heb je in mijn droom gekust
jij blijft voor mij een sprookje hoor,
kleine bambi, ik ga er nu vandoor
leg jij je kopje maar te rusten in het gras
bedankt, dat je even bij me was
zeg bambi, ‘k heb nog eventjes een vraag:
’t klinkt wat onzeker en wat traag
maar ben jij hier morgen eigenlijk nog…?
kom ik heel stilletjes kijken, niet erg toch….?
De rubriek die ik destijds jarenlang verzorgde voor De Band, droeg de naam: ‘Zwerven door bos en hei’.

Het oorspronkelijke gedicht werd geplaatst op 16 juni 2010 in De Band. Later werd het opnieuw gepubliceerd in Christien's boek "Van lammertijd tot lammertijd" (BDU, 2012). Ze leverde in juni 2021 de aanvullende toelichting.