20 september 2014
Als een grijze deken hangt de mist boven de heidevelden als we vanmorgen in alle vroegte de heide betreden. Adembenemend stil is het er bovendien. Geen vogeltje hoor je zingen, geen takje kraken en geen blaadje ritselen. Zelfs de schapen lijken zich onwennig te voelen in dit grijs gesloten zwijgende landschap.
Een meewarig geblaat houdt de kudde bij elkaar, terwijl Puck onafgebroken om de kudde heen cirkelt. Hoe bevrijdend kan het zijn, als dan de zon ineens door de grijze deken heen weet te breken, en als een stralende ster staat te fonkelen aan het firmament. Terwijl ik met verwondering de rode lucht aanschouw die zich boven ons openbaart, hoor ik vanuit de verte voetstappen naderen. Het blijken drie oudere echtparen te zijn.
Als ze vlak voor mij stil blijven staan, neemt een oude aristocratisch uitziende heer met een sierlijke zwaai zijn hoed af, terwijl zijn linkerhand op een mooi bewerkte wandelstok leunt. Vervolgens kijkt hij me recht in de ogen aan, en vraagt: ‘Heb jij de schrijver Eelke de Jong ook gekend?’ Ik antwoord: ‘Jazeker, hij is ook nog een poosje schaapherder op Hoog Buurlo geweest. Maar hij kon niet tegen de stilte. Dus dat ging niet!’
De oude man knikt. Een moment is het stil. Een ieder zwijgt en schijnt in gedachten verzonken te zijn. Dan herpakt de man zich. Resoluut zet hij een stap vooruit. En terwijl hij op elegante wijze zijn hoed weer op zijn hoofd plaatst, groet hij mij door te zeggen: ‘Ik vond het een bijzondere ontmoeting met u, mag ik u nog een fijne dag toewensen met uw schapen?’ Dan draait hij zich nog eenmaal om, en zegt: ‘Een ontmoeting te hebben met mensen, daar gaat het toch om in het leven..?!’
Een vogel heft een lied aan, een blaadje ritselt, een takje kraakt. De zon is doorgebroken, en dat niet door de mist alleen…!
